kleur / contrast

Er zijn veel theorieën over de invloed van kleuren. Pasteltinten hebben de eigenschap rust te scheppen. Felle kleuren als rood (warm) en blauw (koud) kunnen activeren en geven prikkels die je weliswaar beperkt en bewust kunt inzetten, maar niet geschikt zijn om rust te creëren. Alternatief is het aanbrengen van contrast in kleuren is van belang. Ouderen zien minder  verschil tussen kleuren. Gebruik dan ook heldere en contrasterende kleuren. Denk hier bijvoorbeeld aan een lichtschakelaar in contrasterend kleur ten opzichte van de achtergrond. Een bord, glas en bestek in een contrasterend kleur t.o.v. de tafel wordt sneller herkend en bevordert de eetlust. In badkamers wordt veel wit gebruikt. Dit kan verwarrend werken. Het aanbrengen van kleurcontrasten werkt vaak goed, bijvoorbeeld met gekleurde tegels bij de wasbak en het toilet.

Kleur kan ingezet worden om zich beter te oriënteren. De kleur van de vloer, vooral op trappen contrasteren best met de muren. Het schilderen van een plint in een contrasterend kleur kan de persoon helpen te onderscheiden waar de wanden eindigen en de vloer begint. Gekleurde strips op treden zal helpen om trappen te herkennen.

Bij mensen met dementie verkleint het kleurenspectrum. Koude kleuren zoals blauw, groen en paars zijn moeilijker te onderscheiden dan warme kleuren zoals rood, geel en oranje. Een kleurcodering waarin blauw naast paars gezet wordt doe je beter niet. Wanneer het belangrijk is voor de veiligheid om items te laten opvallen, wordt aangeraden om rood te gebruiken. Het is echter niet aangewezen om alle objecten rood te verven. Er moeten duidelijke overeenkomsten zijn tussen kleur en de functie.

Daarnaast kan een te druk patroon in tafelkleed, behang, gordijnen, vloeren,… leiden tot interpretatie- en evenwichtsproblemen, verwarring of onrust veroorzaken.

Vraag advies aan een ergotherapeut.